De kinderopvang van de toekomst wil geen kleine stapjes, maar grote sprongen vooruit
Met de slogan ‘kleine stapjes, grote sprongen’ zetten we vandaag de week van de kinderopvang in. Het thema van dit jaar? In de kinderopvang wordt er dagelijks gebouwd aan de toekomst van jonge kinderen. Dat merkt elk initiatief kinderopvang op de werkvloer. In heel de sector heerst een enorme drive om voor elk kind een succesverhaal te schrijven. Maar het is ook een sector (groepsopvang, gezinsopvang en buitenschoolse opvang) die voor veel en erg grote uitdagingen staat. Het wordt hoog tijd dat we de kinderopvang effectief de erkenning en de middelen geven die ze verdient. Zo niet, moet gevreesd worden voor een kwantitatieve en kwalitatieve achteruitgang van de kinderopvang, waardevolle decreten inzake de opvang baby’s en peuters en inzake de buitenschoolse opvang en activiteiten ten spijt.
Maar liefst 70% van onze baby’s en peuters gaat naar de kinderopvang, dat maakt het een essentiële sector. De coronacrisis heeft dat ook aangetoond. De opvanginitiatieven bleven de hele tijd open, zelfs toen de scholen de deuren moesten sluiten. Helaas werd dat snel vergeten tijdens de vaccinatiecampagne. De beslissing om kinderbegeleiders niet prioritair te vaccineren is hard aangekomen. Er overheerst een gevoel van onderwaardering bij iedereen die actief is in de sector.
Ratio 8 kinderen per begeleider moet naar beneden
Een opwaardering zal ook nodig zijn om het grote personeelstekort in de kinderopvang, de grootste uitdaging, aan te pakken. Naast mensen massaal activeren om in de kinderopvang aan de slag te gaan, is er vooral nood aan kwalitatieve opvang. Baby’s zijn per definitie de meest kwetsbaren in onze samenleving en moeten dus in bekwame handen terechtkomen. De functie van kinderbegeleider is veel meer dan alleen luiers verversen en flesjes geven. De kinderopvang heeft naast een economische functie, het opvangen van kinderen wanneer de ouders gaan werken, een pedagogische en sociale functie. De werkdruk ligt momenteel echter zo hoog dat begeleiders er amper toe komen die laatste twee functies uit te oefenen.
Een begeleider ontfermt zich in Vlaanderen gemiddeld over 8 à 9 kinderen. Die ratio ligt volgens organisatoren en deskundigen te hoog en zou prioritair moeten worden aangepakt.
Als begeleiders meer tijd en ruimte krijgen om baby’s en peuters te ondersteunen in het ontwikkelen van hun vaardigheden, dan heeft dat een positief effect op hun welzijn en ontwikkelingskansen. De wetenschappelijke bewijzen stapelen zich ondertussen op. Hoe vroeger baby’s en jonge kinderen worden gestimuleerd om zich te ontwikkelen en hoe intensiever de begeleiding, hoe beter deze kinderen zich later zullen integreren en ontwikkelen in de samenleving. Ook voor kinderen uit kwetsbare thuissituaties maakt die extra aandacht een wereld van verschil. De bijkomende investering in meer handen verdient de overheid dubbel en dik terug: de baby’s en peuters zullen immers uitgroeien tot kinderen en volwassen die al hun talenten optimaal kunnen benutten.
Daarnaast geloven organisatoren dat het verlagen van de werkdruk een gunstig effect zal hebben op het personeelstekort en de uitstroom. Begeleiders zullen eindelijk het werk kunnen doen waarvoor ze werden aangenomen. Daardoor zou de uitstroom op haar beurt ook moeten dalen. De kinderopvang is de jongste sector in de social profit. Jonge mensen kiezen vaak in het begin van hun carrière voor de kinderopvang, maar stromen vervolgens uit naar andere sectoren, zoals bijvoorbeeld het onderwijs, waar de loon- en arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker zijn. De nieuwe wetgeving die het toelaat om begeleiders uit de kinderopvang in te zetten in het onderwijs, zal dat probleem alleen maar vergroten. We hopen alvast dat de kinderbegeleiders die in het kleuteronderwijs aan de slag gaan, de waardering zullen krijgen die ze verdienen.
Investeer in meer mensen op de werkvloer
De uitdagingen van de kinderopvang komen stilaan op de agenda van de beleidsmakers en dat stemt hoopvol. Nu moeten de juiste keuzes gemaakt worden. Kiezen voor structurele investeringen en het opbouwen van een langetermijnvisie zullen veel meer effect hebben dan quick fixes waarbij beperkte bijkomende middelen (slechts 58 miljoen euro tijdens deze regeerperiode) versnipperd worden ingezet. Er dienen niet alleen maar meer – vaak ondergefinancierde - kindplaatsen te worden gecreëerd maar er dienen ook meer begeleiders voor hetzelfde werk te worden voorzien. Het aantal kinderen per begeleider moet omlaag. Dat komt de kwaliteit alleen maar ten goede en verhoogt het welbevinden van iedereen betrokken bij deze essentiële sector. De Scandinavische landen tonen aan dat het kan met positieve effecten voor de jonge kinderen en de samenleving. Wanneer wordt in Vlaanderen de grote sprong voorwaarts gemaakt? Wanneer komt de Vlaamse Regering eindelijk over de brug met de noodzakelijke middelen die nodig zijn om een kwaliteitsvolle kinderopvang mogelijk te maken?
Word lid van SOM
- Vertegenwoordiging door een erkende werkgeversorganisatie
- Consulteer gratis onze helpdesk
- Geniet van advies en ondersteuning op maat
- Zet mee in op sociaal ondernemerschap